De Euregio Maas-Rijn kent een bijzondere realiteit: op relatief korte afstand worden er drie Europese talen als lokale taal gehanteerd en vijf culturen met elkaar geconfronteerd.

Maar de EMR kent een nog veel grotere diversiteit die voortvloeit uit de steeds toenemende mobiliteit (waaronder migratie). Bevolkingsprognoses tot 2050 wijzen bovendien op een nieuwe instroom van vooral Turken, Marokkanen en Polen.

De BAMA-structuur stimuleert geografische mobiliteit in het hoger onderwijs. Immers, studeren of verder studeren en daarna werken in een ander land of een andere regio zijn verrijkend op diverse vlakken. Nu reeds komen steeds meer jongeren uit Centraal-Europa naar de EMR om er aan een universiteit of hogeschool te studeren. Het zou goed zijn dat ze zich in hun thuisland reeds op hun verblijf in de EMR kunnen voorbereiden.

Anderzijds hebben jongeren geboren en getogen in de EMR vaak een negatief beeld van hun kennis van de twee andere lokale talen. En zelfs indien ze behoorlijk één of beide ervan beheersen, blijven ze vaak worstelen met interferentie- en andere onbewuste recurrente taalfouten. Maar zijn al deze fouten werkelijk storend?

De dagdagelijkse realiteit leert dat misverstanden te wijten aan cultuurverschillen tussen landen en regio’s legio zijn. Erger nog, negatieve stereotypen beletten vaak dat we samen iets ondernemen. Zijn de deelculturen van de EMR dan werkelijk zo verschillend?

Deze talige en culturele diversiteit van de Euregio Maas-Rijn kan echter ook een zeer grote troef betekenen, niet in het minst economisch.

Om die reden onderzocht het project INTERcCOM (Interreg IVA) al deze grote en kleine verschillen. Het resultaat? Niet minder dan 30 contrastieve brontaal/broncultuur – doeltaal/doelcultuur e-modules werden ontwikkeld in een nieuwe multimediale leeromgeving.