Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
Jaarwoordgenerator
Vul hier een jaartal in (vanaf 1800) en ontdek welke woorden er in dat jaar aan het Nederlands werden toegevoegd.
|
sneer - (honende opmerking)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamsneer zn. ‘honende opmerking’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpensneer [honende opmerking] {1847} < engels sneer, van to sneer, middelengels sneren; verwant met snarren. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidensneer znw. m. ‘honende, schampere opmerking’ < ne. sneer waarvoor men klanknabootsende oorsprong vermoedt. Eerder kan men denken aan de vele woorden, die met sn aanvangen en dan een vertrekking van de mond kunnen aanduiden. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2010), Brabants etymologisch woordenboek: de herkomst van de woordenschat van Antwerpen, Brussel, Noord-Brabant en Vlaams-Brabant, Zwollesneer, zn.: vrouw die luid en scherp spreekt. Van ww. sneren. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboeksneer (Engels sneer)
L. Koenen, R. Smits (1992), Peptalk, De Engelse woordenschat van het Nederlandssnier/sneer (merkwaardige dubbele ontlening: Engelse uitspraak met Nederlandse spelling naast Nederlandse uitspraak met Engelse spelling) scherpe, schampere opmerking, kat. Dateringen of neologismen
F. Bakker, E. van Ruijsendaal, P. Uljé, D. van Zijderveld, Vindpunt.nl – elektronisch doorzoekbare Woordenlijst Overbodig Engels met Nederlandse tegenhangers, uitgebreide en verbeterde voortzetting van de boekuitgaven Funshoppen in het Nederlands (2009) en Op-en-Top Nederlands (2015)sneer zn. Ontleend aan het Engels. N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamsneer honende opmerking 1847 [KKU] <Engels J. Posthumus (1986), A Description of a Corpus of Anglicisms, Groningensneer, only in compounds [sni:r] Koenen 1940 (in other sense); Koenen 1974; Van Dale 1976. Derivation: sneertje. Editorial comment: It was only after the war that Koenen changed its definition from the facial expression (‘honende grijnslach’) to the now more appropriate one of ‘contemptuous remark’. Loanword from English sneer n. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |