De 7 zintuigen

Behalve zicht, gehoor en reuk beschikken mensen over nog minstens vier andere zintuigen die bij hen vaak anders werken en ook eisen stellen aan het bouwen en inrichten. Gewoonlijk worden de volgende zeven zintuigen onderscheiden:

  1. Het gezichtsvermogen: het vermogen om licht- en kleurprikkels waar te nemen en te interpreteren;
  2. Het gehoor: het vermogen om geluid waar te nemen en interpreteren;
  3. Ruiken of olfactie: het vermogen om geuren te ruiken en te interpreteren;
  4. Het vestibulaire systeem: structuren in het binnenoor die de positie en de bewegingen van het hoofd waarnemen en interpreteren en waarmee men zich kan oriënteren in de ruimte en de tijd;
  5. Het smaakvermogen dat in de mond de eigenschappen van voedings- en andere stoffen waarneemt en interpreteert;
  6. De tastzin, het tactiele systeem waarmee via de huid onder andere aanraking, druk, pijn en temperatuur wordt waargenomen en geïnterpreteerd;
  7. Het proprioceptieve systeem dat vooral de toestand van de spieren in het eigen lichaam waarneemt en interpreteert.

Voor meer over de zintuigen zie hier.

De grootste zintuiglijke problemen van mensen met autisme zitten bij het gehoor en de tastzin.
Over het algemeen geldt: hoe groter de zintuiglijke problematiek, hoe ingrijpender het autisme.

Vestibulaire en het proprioceptieve problemen liggen in belangrijke mate ten grondslag aan ‘motorische onhandigheid’.

Voor een overzicht van de meest relevante autisme-kenmerken, zie hier.

error: