Rekenproject: Mentale belasting — cognitive load

Ben Wilbrink


Een centraal begrip in de psychologie van het leren rekenen — en wiskunde leren — is dat van mentale belasting, gemakshalve in Nederland ook wel cognitive load genoemd.

Het idee is tamelijk eenvoudig: bij een domein met vormen van complexe beheersing, wat voor rekenen zeker opgaat, moeten kennis en procedures in hoge mate geautomatiseerd ter beschikking staan, willen ze ingezet kunnen worden voor verder leren en voor nieuwe taken. Sterker nog: bij gewone rekenopgaven en eenvoudige rekenvraagstukjes moet er al voldoende capaciteit vrijgehouden kunnen worden om de informatie in de opdracht goed te kunnen verwerken.

Gebrek aan aandacht voor de mentale belasting die voort kan vloeien uit instructie met een overdaad aan informatie, kan er makkelijk toe leiden dat bepaalde rekendidactieken op termijn tot wanprestaties leiden, althans bij sommige leerlingen die in betere omstandigheden wel degelijk zouden floreren.

Dit basisidee is niet iets van de laatste decennia, maar moet in iedere doordachte rekendidactiek altijd al wel aanwezig zijn geweest. Ik denk hier aan het werk van Edward L. Thorndike, in het begin van de vorige eeuw. Of aan de competitie bij de Mathematical Tripos examens in Cambridge, rond 1800, waar de voorbereiding op die examens bestond uit oefenen, oefenen en nog eens oefenen. En dan nog meer oefenen. Die examens waren power tests: zoveel mogelijk opgaven maken in de beschikbare tijd. Met zo weinig mogelijk fouten, natuurlijk, maar de opgaven waren niet inherent bijzonder moeilijk.

Let op: mentale belasting zegt op zich dus nog niets over nut en noodzaak van het hebben van degelijke kennis van feiten en procedures. Het is dus mogelijk onder de nemer van cognitive load theory onderzoek tegen te komen dat juist abstraheert van die degelijke kennis, bijvoorbeeld omdat proefpersonen belangrijk kunnen verschillen in de mate waarin zij degelijke kennis hebben, en dat kan dan een storende factor in het onderzoek zijn, een storende factor die je dan probeert uit te sluiten door een bepaalde experimentele opzet en bepaalde instrumenten te kiezen. Denk aan de parallel bij het onderzoeken van intelligentie: wanneer er belangrijke verschillen zijn in kennis van de wereld, dan probeert de onderzoeker cultuur-vrije tests te maken, zo goed en zo kwaad als dat kan. De ‘behangseltest’ is zo’n cultuurvrije test (niet perfect cultuurvrij, natuurlijk, maar het komt een heel eind)


Voor het rekenonderwijs is het evident dat de basale rekenfeiten grondig gekend moeten worden, zodat er geen mentale belasting is gemoeid met het uitrekenen van 9 x 7 omdat dit feit niet eenvoudig voorhanden is. Dat levert onmiddellijk spanning op met de filosofie van het realistisch rekenen, waarin die beheersing van rekenfeitjes decennialang is weggezet als onbelangrijk. Er moet dus empirisch onderzoek zijn gedaan, niet door de Freudenthal-groep maar wel door anderen, internationaal, door psychologen vooral, dat direct antwoord geeft op deze stellingen over rekenonderwijs. Dat onderzoek wil ik opsporen, en in deze bladzijde vermelden.


Het realistsch rekenen van de Freudenthal-groep staat op veel punten op gespannen voet met wat vanuit de theorie van mentale belasting verstandig onderwijs zou zijn. Dat begint al met de grote nadruk op contexten, waardoor er enorm veel extra informatie over leerlingen wordt uitgestort, informatie die wel allemaal moet worden verwerkt, en die cognitieve capaciteit wegneemt die juist hard nodig is voor het rekenen zelf. Het benadrukken van ‘handig’ rekenen legt een extra mentale knoop bij de leerlingen. Hetzelfde is het geval bij het benadrukken van reflecteren op van alles en nog wat. Bij de bemoeienis met de uitwerkingen die andere leerlingen geven. Speciale problemen doen zich voor bij het kolomrekenen, waarbij immers al snel onoverzichtelijke uitwerkingen op papier komen te staan. Dan heb ik nog niet eens de enorme pretentie van Hans Freudenthal en de zijnen genoemd: dat leerlingen in het basisonderwijs al wiskundig redeneren zouden moeten leren. [Voor wiskundig redeneren is stevig verankerde wiskundige kennis in het langetermijngeheugen nodig. Vooral ook geautomatiseerde kennis van de eenvoudige rekenfeiten. Is die kennis immers niet geautomatiseerd beschikbaar, dan gaat de beperkte capaciteit van het kortetermijngeheugen al snel op aan uitrekenen van wat niet meer uitgerekend had moeten worden, en vervolgens proberen te onthouden van wat niet meer onthouden zou moeten hoeven worden (dat 9 x 7 = 63)]


sleutels
Specifieke theorie: Cognitive Load Theory (CLT) (Theorie van mentale belasting), John Sweller en anderen.
Recent overzicht van CLT: Plass, Moreno & Brünken (2010).
Algemene psychologische theorie: Stellan Ohlsson (2011).


Cognitive Load Theory (CLT) is om meerdere redenen interessant, van belang, en een schot in de roos: alles draait rond het kortetermijngeheugen (KTG) en daar draait het in het onderwijs eveneens om. Bij alle instructie respectievelijk leren is dat KTG immers de poortwachter, de flessenhals, het wisselkantoortje waar informatie van buiten een kans krijgt om opgenomen te owrden in de structuren van het langetermijngeheugen (LTG). Dat neemt niet weg dat bestuderen van het recente overzicht in Plass, Moreno & Brünken (2010). mij opzadelt met een eenatl prangende vragen die de onderzoekers in dit veld niet of nauwelijks hebben aangeraakt.

Zoals daar zijn. (1) CLT behandelt het KTG typisch als een zwarte doos. (2) Het is niet mogelijk om die mentale belasting direct te meten, evenmin om vast te stellen op welk punt de mentale belasting precies de capaciteit van het KTG teboven gaat. (3) De pretenties van de onderzoekers in dit veld zijn erg hoog, en zij wekken soms de indruk dat hun CLT het belangrijkste onderdeel van de cognitieve psychologie is. (4) De indruk die dit boek geeft is dat er door onderzoekers in dit veld heel makkelijk wordt gesproken en gefilosofeerd over grote en abstracte psychologische categorieën, maar daar raak ik als psycholoog meestal helemaal de weg bij kwijt (dan verlang ik naar het boek van Stellan Ohlsson, die zich de luxe van slordige bergippen niet veroorlooft). (5) Er is hier en daar een begin van aansluiting zoeken bij de neuropsychologie, maar tot mijn verbazing gebeurt dat zonder de noodzakelijke tussenstap: een dekkend cognitief model zoals we dat bijvoorbeeld kennen in de vorm van de ACT-R theorie van John Anderson en de zijnen. Ik maak mij toch sterk dat die ACT-R theorie ook zoiets als een KTG kent, en equivalenten van wat in CLT mentale belasting heet. Moet ik dat nu zelf gaan uitzoeken?






John Sweller, Paul Ayres, Slava Kalyuga (2011). Cognitive Load Theory. Springer. Series: Explorations in the Learning Sciences, Instructional Systems and Performance Technologies, Vol. 1 website (hoofdstuk 2 is als sample beschikbaar) (universiteitsbibliotheken hebben dit als e-book beschikbaar)







Danny Kostons (2010). On the role of self‐assessment and task‐selection skills in self‐regulated learning. Proefschrift Open Universiteit. pdf



Slava Kalyuga, Alexander Renkl & Fred Paas (2010). Facilitating Flexible Problem Solving: A Cognitive Load Perspective. Educational Psychology Review, 22, 175-186. abstract



Anne Schüler, Katharina Scheiter & Erlijn van Genuchten (2011). The Role of Working Memory in Multimedia Instruction: Is Working Memory Working During Learning from Text and Pictures? Educational Psychology Review, 23, 389-411. abstract



Fred Paas & John Sweller (2012). An Evolutionary Upgrade of Cognitive Load Theory: Using the Human Motor System and Collaboration to Support the Learning of Complex Cognitive Tasks.Educational Psychology Review, 24, 27-45. open access pdf



Tamara Gog, Fred Paas & John Sweller (guest eds.) (2010). Cognitive Load Theory: Advances in Research on Worked Examples, Animations, and Cognitive Load Measurement.Educational Psychology Review, 22, 363-438. contents



Tamara van Gog, Fred Paas and John Sweller (2012). Cognitive Load Theory: Advances in Research on Worked Examples, Animations, and Cognitive Load Measurement. Educational Psychology Review, 22, 375-378. open access pdf



Ingrid A. E. Spanjers, Tamara van Gog & Jeroen J. G. van Merriënboer (2010). A Theoretical Analysis of How Segmentation of Dynamic Visualizations Optimizes Students' Learning. Educational Psychology Review, 22, 411-423. open access pdf



Fred Paas, Tamara van Gog and John Sweller (2010). Cognitive Load Theory: New Conceptualizations, Specifications, and Integrated Research Perspectives. Educational Psychology Review, 22, 115-121. open access pdf



John Sweller (2012). Element Interactivity and Intrinsic, Extraneous, and Germane Cognitive Load. Educational Psychology Review, 22, 123-138. abstract



Jan L. Plass, Roxana Moreno & Roland Brünken (Eds.) (2010). Cognitive Load Theory. Cambridge University Press.



Paul Ayres & John Sweller (1990). Locus of difficulty in multi-stage mathematics problems. American Journal of Psychology, 103, 167-193. abstract



Paul Ayres (1998). The effectiveness of a no-goal approach in solving pythagorean 2-stage problems. MERGA 21 Published Papers. 68-73. pdf



Paul Chandler & John Sweller (1991). Cognitive load theory and the format of instruction. Cognition and Instruction, 8, 293-332. pdf



Paul A. Kirschner, Paul Ayres & Paul Chandler (2011). Contemporary cognitive load theory research: The good, the bad and the ugly. Computers in Human Behavior, 27, 99-105. abstract

abstract This paper reviews the 16 contributions of the special issue entitled Current Research in Cognitive Load Theory. Each paper is briefly summarized and some critical comments made. The overall collection is then discussed in terms of the positive contributions they make to the field of learning and instruction, and cognitive load theory in particular (the good), as well as problematical issues such as unresolved explanations and conflicting results (the bad) and the special case of measuring cognitive load (the ugly).



Femke Kirschner, Liesbeth Kester & Gemma Corbalan (2011). Cognitive load theory and multimedia learning, task characteristics and learning engagement: The Current State of the Art. Computers in Human Behavior, 27, 1-4. [editorial; no abstract available]



publications Chandler



Slava Kalyuga & José Hanham (2011). Instructing in generalized knowledge structures to develop flexible problem solving skills. Computers in Human Behavior, 27, 63-68. abstract



Rolf Schwonke, Alexander Renkl, Ron Salden & Vincent Aleven (2011). Effects of different ratios of worked solution steps and problem solvingopportunities on cognitive load and learning outcomes. Computers in Human Behavior, 27, 58-62. abstract>



Babette Park, Roxana Moreno, Tina Seufert & Roland Brünken (2011). Does cognitive load moderate the seductive details effect? A multimedia study. Computers in Human Behavior, 27, 5-10. abstract



John Sweller (1994). Cognitive load theory, learning difficulty, and instructional design. Learning and Instruction, 4, 295-312. pdf



John Sweller (1989). Cognitive technology: Some procedures for facilitating learning and problem solving in mathematics and science. Journal of Educational Psychology, 81, 457-466. abstract

abstract An argument is detailed for modifications to some traditional procedures of mathematics and science instruction. It is suggested that cognitive research findings, in revealing the essential domain specificity of problem-solving skills, have pointed to negative aspects of some traditional emphases. As a major example, conventional problem solving frequently can interfere with the acquisition of knowledge. Alternatives to problem solving such as studying worked examples can be equally ineffective unless they are designed in accordance with current findings. It is concluded that if material is structured with learning rather than goal attainment in mind, problem-solving skills can be enhanced substantially.



Michel Fayol, Hervé Abdi & Jean-Emile Gombert (1987). Arithmetic problems formulation and working memory load. Cognition and Instruction, 4, 187-202. pdf


Dit is een experimenteel onderzoekje. De resultaten van zo’n onderzoekje zijn op zich minder van belang, dan de aard van het onderzoek, en het theoretisch kader dat ervoor is opgesteld. Een replicatie-onderzoek levert meestal weer iets andere resultaten op, maar kan toch overeenstemmen met het eerdere onderzoek doordat het bepaalde simpele opvattingen over het aanpakken en uitwerken van rekenvraagstukjes uitsluit. Met andre woorden: wie met dit type experimenteel onderzoek niet bekend, is, moet even investeren in het begrijpen van de aard en de implicaties van dergelijk onderzoek. Bijvoorbeeld zijn wiskundigen wel eens geneigd om meteen honderd bezwaren van allerlei aard in te brengen tegen de onderzoekopzet en de interpretatie van de resultaten, zoals ook Hans Freudenthal wel heeft gedaan. Dan wordt even vaak de plank volledig op zijn minst een beetje misgeslagen, en daar wordt niemand wijzer van. Geduld is een schone zaak.



Richard E. Mayer & Paul Chandler (2001). When Learning Is Just a Click Away: Does Simple User Interaction Foster Deeper Understanding of Multimedia Messages? Journal of Educational Psychology, 93, 390-397. pdf

“The goal of the research discussed in this article was to determine the possible benefits of incorporating a modest amount of computer-user interactivity (which we call simple user interaction) within a multimedia explanation. However, to address this issue clearly it is necessary to define the terms multimedia explanation, simple user interaction, and cognitive consequence of simple user interaction.”



John Sweller (1988). Cognitive load during problem solving: Effects on learning. Cognitive Science, 12, 257-285. pdf



Alexander Renkl and Robert K. Atkinson (2002). Structuring the transition from example study to problem solving in cognitive skill acquisition: A cognitive load perspective. Educational Psychologist, 38, 15-22. pdf



Lieshout, E. C. D. M. van Lieshout en I. E. Berends (2009). Het effect van illustraties bij rekenopgaven: hulp of hinder? Pedagogische Studieën, 86, 350-368.



Anne E. Cook, Robert Z. Zheng and Jacquelyn W. Blaz (2009). Measurement of cognitive load during multimedia learning activities. In Robert Z. Zheng: Cognitive effects of multimedia learning.. New York: Information Science Reference.



Pieter Wouters, Fred Paas & Jeroen J. G. van Merriënboer (2008). How to optimize learning from animated models: A review of guidelines based on cognitive load. Review of Educational Research, 78, 645-675. fc gedeeltelijk. http://dspace.ou.nl/bitstream/1820/1997/1/Spanjersetal_PS_2009.pdf review van proefschrift van Pieter Wouters.; final version

John Sweller & Paul Chandler (1994). Why some material is difficult to learn. Cognition and Instruction, 12, 185-234. abstract

Cognitive load theory. Gezien. niet oninteressant. From the abstract: “It was concluded that an analysis of both intrinsic and extraneous cognitive load can lead to instructional designs generating spectacular gains in learning efficiency.”

John Sweller (1988). Cognitive load during problem solving: Effects on learning. Cognitive Science, 12, 257-285. pdf

John Sweller (nd). Visualisation and instructional design. pdf



David F. Feldon (2007): Cognitive Load and Classroom Teaching: The Double-Edged Sword of Automaticity, Educational Psychologist, 42, 123-137. abstract



Thomas P. Judd & Linda H. Bilsky (1989). Comprehension and memory in the solution of verbal arithmetic problems by mentally retarded and nonretarded individuals. Journal of Educational Psychology, Vol 81, Dec 1989, 541-546. abstract [nog niet gezien]



Lauren B. Resnick and Wendy W. Ford (1981). The psychology of mathematics for instruction. Erlbaum. questia



E. L. Thorndike (1922). The psychology of arithmetic. New York: Academic Press. pdf 8Mb Voor annotatie zie hier" en ook Cronbach & Suppes hier"



11 oktober 2012 \ contact ben at at at benwilbrink.nl    

Valid HTML 4.01!   http://www.benwilbrink.nl/projecten/mentale_belasting.htm