maandag 16 mei 2011

Bezigheidstherapie ...

Bezigheidstherapie, kent u dat woord? Ik kwam het laatst tegen in een discussie over onderwijs. Bezigheidstherapie.


Het eerste wat ik dacht is, waarvoor zou dat een therapie zijn? Bij relatietherapie is het doel om de relatie te verbeteren, zou dit dan gaan om je bezigheden te verbeteren? Om ervoor te zorgen dat je jezelf beter kunt bezighouden? Of gaat het om de kwaliteit van dat waar je je mee bezighoud?

Bezigheidstherapie. Het geeft een slechte smaak in de mond. Het klinkt, hoe zal ik het zeggen, als Haagse Bluf; het lijkt heel wat, maar als je het in de mond neemt dan is het weg. Het is wat zoet, maar daar heb je het dan wel mee gehad. Als je salmonella niet meetelt.

Bezigheidstherapie. Een woord dat we zullen moeten mijden. Alleen wat is dan het alternatief? Als we de 10% minder begaafde leerlingen voor een derde keer iets uitleggen, wat laten we die andere 90% dan doen? We noemen het: verdiepingslessen. Echt, dit heb ik niet zelf verzonnen, het komt uit de handleiding van een in het BO veel gebruikte taalmethode. Laat de leerlingen die geen herhaling nodig hebben verdiepingslessen doen; een herhaling van de lesstof, maar dan met nieuwe woorden of vraagstellingen. En let wel dat je ze niet meer leert, want dan maak je verschillen tussen de leerlingen alleen maar groter! 

Bezigheidstherapie ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten