Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Taal

‘Zelfs bij een koekenpan willen Duitsers nog een technische beschrijving’

Joost van der Vaart was vijf jaar correspondent voor NRC Handelsblad en nrc.next in Duitsland. Afgelopen maandag zwaaide hij af met zijn essay ‘Gezocht: heel veel jonge, dynamische mensen’ in de bijlage De Wereld. Hieronder vertelt hij over zijn ervaringen als correspondent en de toekomst van Duitsland.

Joost van der Vaart. Foto NRC / Hilko Visser Joost van der Vaart. Foto NRC / Hilko Visser

Joost van der Vaart was vijf jaar correspondent voor NRC Handelsblad en nrc.next in Duitsland. Afgelopen maandag zwaaide hij af met zijn essay ‘Gezocht: heel veel jonge, dynamische mensen’ in de bijlage De Wereld. Hieronder vertelt hij over zijn ervaringen als correspondent en de toekomst van Duitsland.

Hoe beleefde je Duitsland?

“Duitslad is mijn tweede vaderland geworden. Het mooiste vond ik het feit dat het een enorm cultureel land is en dat massaal uitdraagt. In tegenstelling tot Nederland is hier nog niet het mes gezet in de kunstsubsidies. In de vijf jaar dat ik in Berlijn heb gewoond, heb ik geleerd dat het de culturele stad par excellence is. Je kon vier tot vijf keer per week naar de opera als je dat wilde en dan zouden dat er in ieder geval drie verschillende stukken zijn. Maar ik heb in Berlijn ook genoten van het toneel, de nieuwste Duitse films of de poppentheaters.”


Welke lessen kan Nederland van Duitsland leren?

“Een groot Midden-Europees land dat sterk is in productie kun je niet als model laten staan voor een West-Europees land dat groot geworden is met handel. Die hebben andere tradities en geschiedenis. Hoe langer ik er zat hoe groter die verschillen werden tussen de twee landen. Waar we wel van kunnen leren is de Duitse precisie, hun nauwgezetheid en technische aanpak. Op hun beurt kunnen zij leren van de losheid van de Nederlander en ons improvisatievermogen. De Duitser wil het naadje van de kous weten, zelf als hij een koekenpan koopt. Het is gewoon een koekenpan, maar hij wil er het liefst een technische beschrijving bij. De Duitser is een pietje precies.”

Op welke productie ben je het trotst in de vijf jaar dat je in Berlijn zat?

“De laatste natuurlijk, op die ben je het trotst” (lees het essay ‘Gezocht: heel veel jonge, dynamische mensen’ terug in de digitale editie).

Hoe zie je de toekomst van het land?

“Duitsland is de machinekamer van Europa, een hoogtechnologisch productieland. Toen ik vijf jaar geleden in Duitsland begon was het grote politieke issue de werkloosheid. Nu dreigen er over twintig jaar te weinig geschoolde arbeidskrachten te zijn om de fabrieken te vullen. Er zijn al streken waar praktisch geen jonge mensen meer zijn. De Duitsers zullen óf meer kinderen moeten krijgen - Duitsland heeft het laagste geboortecijfer van de Europese Unie - óf meer immigranten toelaten om de fabrieken te vullen.”

Wat ga je missen?

“Het leven in Berlijn, de cultuur. Maar ook de taal ga ik missen. Ik houd van het Nederlands, maar ik ben het Duits gaan waarderen… Ik ben ervan gaan houden.”

Joost van der Vaart keert deze zomer terug op de redactie van NRC Handelsblad als redacteur Opinie.